Afhankelijk van de stijfheid van de heup, wordt een tractie behandeling toegepast, of volgt directe operatie. Een tractiebehandeling houdt in dat uw kind wordt opgenomen, en een rekverband wordt aangelegd aan beide beentjes, die via een systeem van katrolletjes aan het bed bevestigt, langzaam worden gespreid. De behandeling is volstrekt pijnloos. Een tractiebehandeling is alleen zinvol, wanneer er sprake is van een zeer stijf en beperkt heupgewricht. Wanneer het heupje namelijk onder die omstandigheden in een geforceerde stand wordt gedwongen, is er een grote kans dat doorbloedingsstoornissen van het heupgewricht ontstaan. Wanneer er een heupluxatie is, bij een nagenoeg soepele heup, is een tractiebehandeling niet zinvol.

fig. 24	fig. 25	fig. 26

Figuur 24: Tractiebehandeling.

Figuur 25: Een contrastfoto van de heup: Arthrogram. Door het contrast worden de contouren van de heup beter zichtbaar en kan beoordeeld worden of de heup goed in de kom zit en er geen bindweefsel ingegroeid is.

Figuur 26: Nadat de heup teruggeplaatst is in de kom, wordt een gipsbroek aangelegd, van de navel tot de tenen.

Aansluitend aan de tractie volgt altijd een operatie. Onder narcose wordt dan getest of de heup goed in de kom zit en of deze stabiel is. Hierna wordt een contrastfoto van de heup gemaakt (Arthrogram), waarbij met een dunne naald via de lies een geringe hoeveelheid contrast in het heupgewricht gespoten wordt. Door toevoeging van contrast, kunnen de contouren van de heup veel beter zichtbaar gemaakt worden en beoordeeld worden of de heup daadwerkelijk goed in de kom zit, en er niets tussen de kop en de kom zit.

Wanneer de heup niet, of niet stabiel terug wil in de kom, is soms een beperkte operatie nodig, waarbij een spiertje in de lies via een klein litteken, verlengd wordt. Indien de heup nog steeds niet, of niet stabiel, teruggeplaatst kan worden in de kom, is het noodzakelijk om een grotere operatie uit te voeren, waarbij de heup operatief teruggeplaatst wordt in de kom. Alles wat noodzakelijk is, om de heup terug te krijgen in de kom en hem daarin te houden, wordt dan in één operatie verricht. Zo wordt het bindweefsel wat in de heupkom gegroeid is, uit de kom verwijderd; het gewrichtskapsel wat uitgerekt is, wordt gereefd en een aantal spiertjes rond het heupgewricht moeten langer gemaakt worden.

In alle gevallen wordt aansluitend aan de operatie een gipsbroek aangelegd, gedurende een periode van gemiddeld drie maanden. Na het verwijderen van het gips, kan opnieuw een behandeling met een spreidbeugel plaatsvinden. Als uw kind al loopt inmiddels, is dit een beugel waarin gelopen kan worden. Wanneer de heup stabiel in de kom zit, en de heupluxatie definitief behandeld is, volgt verdere behandeling van de heupdysplasie (zie verder onder punt 4: de behandeling van heupdysplasie).

fig. 27

Figuur 27:  een loopbeugel, welke tot maximaal 2 jaar gebruikt wordt. In de beugel zijn scharniertjes ingebouwd, waardoor lopen mogelijk is.